chapter

Bouwen met een langdurig perspectief


Werken aan toekomstige huisvesting voor mens-en-meer:Verslag Woondebat Bouwen met een langdurig perspectief

Linda Köke

Op 8 februari 2024 vond het woondebat Bouwen met een langdurig perspectief plaats bij De Waag FutureLab in Amsterdam. Dit was het tweede debat in de serie Anders werken aan wonen.

In dit woondebat werden alternatieve vormen van wonen verkend, die uitgaan van gelijkwaardigheid en samenwerking. Hierbij speelt ons (stedelijk) ecosysteem een belangrijke rol. Samen met het publiek verkennen de sprekers ontwerpwaarden waarmee we in de toekomst een thuis kunnen bieden aan alle soorten van leven.

Deze avond nodigde Amateur Cities drie sprekers uit voor een keynote binnen dit thema. De door hen besproken onderwerpen komen voort uit de projecten Commons in Noord, In plak ûnder de sinne, Drijvend Bouwen en Woonlandschappen. Daarbij staat de spanning tussen het korte-termijn perspectief – het halen van de woningbouwdoelen – en het lange-termijn perspectief – de klimaatcrisis – centraal. Moderator Chris Luth leidde de avond in met de vraag: Hoe kunnen we niet alleen de behoeftes van mensen maar ook die van ‘anders-dan-mensen’, zoals de bodem, planten, dieren en microben, een centrale plek geven bij onze aanpak van de woonopgave?

Integraal samenwerken aan onze ruimtelijke ordening

Als senior hoofdontwerper en landschapsarchitect bij de gemeente Amsterdam neemt Joyce van den Berg ‘in turbosnelheid’ het publiek mee in de radicale nieuwe aanpak die de gemeente steeds verder hoopt te implementeren op het gebied van stadsplanning, -ontwikkeling en -onderhoud. voorbeeldDit concept noemt zij IOOR: integraal ontwerp openbare ruimte. Door de ruimtelijke ordening integraal te benaderen komen alle zaken waar de gemeente verantwoordelijk voor is samen: van asfalt tot glasvezel, van bodem tot bomen.

Deze ‘heel andere manier van werken’ kan niet alleen de werklast en materiaal ten goede komen, maar bespaart ook veel overlast in de stad. De straat hoeft niet zes keer per jaar opengebroken te worden om telkens één kabel te vervangen als dat ook in één keer kan. citaatWant, aldus van den Berg, de ondergrond is ook openbare ruimte. De woonopgave waar wij nu voor staan zorgt ervoor dat betrokken partijen meer integraal moeten samenwerken om te bouwen voor de lange termijn: maar hoe bereik je dit?

Voor de gemeente Amsterdam heeft het implementeren van deze integrale werkwijze de aandacht verschoven van asset-gericht naar gebiedsgericht. Hiervoor is voor alle zeven assets – water, materialen, leefmilieu, flora en fauna, mobiliteit, energie, en bodem en ondergrond – een inventaris gemaakt op korte en lange termijn. Deze inventaris kijkt ook naar facetten zoals circulariteit, mobiliteit en financiën. Het resultaat is een complex overzicht van diverse assets en disciplines die in elkaar teruggrijpen. Dit geeft inzicht in het moment waarop je het meest efficiënt kan ingrijpen in de keten om integraal verandering te bewerkstellingen.

Om de vele partijen die betrokken zijn bij de ruimtelijke ordening on board te krijgen in de IOOR-werkwijze, is het belangrijk het gesprek te voeren over prioritering. Het is belangrijk om zicht te krijgen op het moment waarop je een keuze maakt, en hoe deze keuze teruggrijpt in de hele keten en welke verantwoordelijkheden daarbij horen. Hierbij is het technische aspect van de ruimtelijk ordening zeer belangrijk. opinieHet is essentieel dat de ondergrond anders geordend wordt. Daarom worden er dwarsdoorsneden van de betrokken systemen gemaakt als visuele schets. Van den Berg noemt dit ‘het de kanteling van de stedenbouw: van onder naar boven.’ Hierbij noemt zij ook het belang van het uitgaan van de ritmes van de stad. opinieDoor te denken in ecologische cycli kun je een gezonde bodem behouden, en die is essentieel voor een levendige stad.vormgeven

Om de aanpak van de ruimtelijke ordening te herzien, is het nodig om hier anders financieel tegenaan te kijken. De huidige werkwijze is niet efficiënt: zowel in tijd als in kosten. Van den Berg noemt enkele praktijkvoorbeelden van hoe de IOOR-aanpak kostenbesparend kan werken. voorbeeldZo is bijvoorbeeld aan de Korfmakersstraat in Rotterdam slechts 5% meer kosten aan de voorkant gemaakt, maar door de IOOR-aanpak leverde dit een enorme reductie op van materiaal- en faalkosten (60%), en werd het project veel sneller uitgevoerd.

Door integraal samen te werken kan het tempo van verduurzaming van de stedelijke omgeving versneld worden, maar het gaat niet vanzelf. Daarvoor moeten de betrokken partijen elkaar actief opzoeken en onderling goed communiceren. Soms kan dit proces ook erg weerbarstig zijn, want het gaat ten slotte over totaal andere manieren van werken waarbij men niet op automatische piloot aan de slag kan.

eigenaarschapOm integraal samen te werken, is eigenaarschap nodig over het proces. Volgens Van den Berg is het collectief nemen van verantwoordelijkheid essentieel om dat te bereiken. Deze zijn in de huidige manier van werken nog zeer versplinterd, waardoor partijen te vaak van het kastje naar de muur worden gestuurd. Daarbij moeten de politiek en overheden een voorbeeldrol nemen. Het vergt ambtenaren die lef tonen, die buiten de gebaande paden treden om zo een manier van bouwen met een langdurig perspectief te vermakkelijken.

Regeneratieve toekomst voor een tijdelijke broedplaats

Vanaf 2012 startte Marjolein Smeele en Jeroen Apers met broedplaats De Ceuvel, gevestigd op een voormalig braakliggend stuk grond in Buiksloterham, Amsterdam. De Ceuvel staat nu bekend als een ‘clean tech playground’, ‘een speeltuin voor innovatie en creativiteit’. Het terrein werd voor tien jaar aan hen te leen gegeven; inmiddels is de vergunning uitgestrekt tot 31 januari 2025. Smeele vertelt hoe zij zag dat de natuur al vanaf het begin floreerde op het door de gemeente aangemerkt als vervuild gebied. Die nadruk op de natuur is alleen maar versterkt: voorbeeldDe Ceuvel sinds november 2023 officieel een zoöp geworden: de een organisatie waarin ook de niet-menselijke levensvormen een rechtsmatige stem krijgen.

De Ceuvel werd opgebouwd vanuit een collectieve aanpak en focus op duurzaamheid. Samen met de ondernemers en kunstenaars die zich op het terrein zouden vestigen werd het terrein ingericht met oude woonboten, die de kantoren zouden vormen. Deze samenwerking zorgde voor een hechte community en gezamenlijke ambitie voor duurzaamheid, wat het tot een prachtige plek heeft gemaakt die zelfs internationaal erkend wordt als ecologievoorloper op het gebied van stedelijke duurzaamheid.

Een plek die als onschuldige broedplaats ontstond heeft veel impact gecreëerd, vertelt Smeele. ecologieNaast de ondernemers die kantoor houden in De Ceuvel, werken de planten er net zo hard. In de ruimtelijke planning zijn speciale planten uitgezocht die de grond kunnen reinigen door fytoremediatie in plaats van sanering.

Hoewel De Ceuvel vanaf 2024 nog een klein jaar in Buiksloterham kan blijven, is niet zeker wat er hierna met deze plek zal gebeuren. Smeele is licht pessimistisch: citaat"De gemeente Amsterdam heeft in mijn ogen de neiging om te handelen ‘zoals we het altijd doen’. Dat betekent in ons geval: de Ceuvel moet vertrekken, het gebied zal worden gesaneerd van de groene oase naar een kale zandvlakte, en pas tijdens het saneren zal worden gekeken naar wat er daarna met het gebied gebeurt."

In het zoeken naar oplossingen relevant voor de Ceuvel bekijkt Smeele het vraagstuk ook integraal: zij kijken naar alle onderdelen waaruit zo’n plek bestaat en welke elementen op elkaar ingrijpen.

Een daarvan is voorbeeldCommunity Land Trust, een alternatief model voor huisvesting, eigendom en zeggenschap. Hierbij is het van essentieel belang dat de grond ‘uit de markt’ gehaald wordt en niet alleen monetair gewaardeerd. Een andere mogelijke methode is het concept van de voorbeeldzoöp: een organisatiemodel waarin mensen samenwerken met niet-menselijk leven. Hierbij krijgt het niet-menselijke deel van het ecosysteem ook een stem en zeggenschap binnen de organisatie. eigenaarschap

reflectieWat zou er anders gedaan moeten worden zodat de bestaande tenders, die uitgeschreven worden binnen de ruimtelijke ordening, meer integraal zouden kunnen aansluiten op de bestaande waarde in de omgeving? Marjolein Smeele noemt het belang om beter te kijken naar de planning: de community krijgt in de huidige manier van plannen geen kans om mee te doen. Daarnaast is er een andere vorm van waardering nodig binnen de tender: de waardering zou idealiter veel breder uitgesproken worden, niet alleen in termen van financiële winst of duurzaamheid. In plaats van het starten vanuit een blank canvas, stelt ze voor dat we voortbouwen op alles wat er al is. Dat is precies wat De Ceuvel in de komende jaren ook hoopt voort te zetten. vormgeven

Multispecies urbanism en voorwaarden voor de toekomst

Debra Solomon neemt het voorbeeldmultispecies urbanisme als onderwerp: ‘een rechtvaardige vorm van stedelijke ontwikkeling waarbij wordt gestreefd naar wederkerige relaties tussen mensen en andere levensvormen’. ecologie

Vanuit deze invalshoek licht zij toe hoe multispecies urbanism verschillende delen van ons ecosysteem beïnvloedt. Solomon stelt de open vraag voor wie de huidige woonbouwopgave is opgesteld. Deze is nu vooral gericht op het ten goede komen van de mensen, maar de relatie tussen een gezonde omgeving (bioom) en het microbioom van de mensen die er leven is welbekend. Zorgt deze woonbouwopgave dan ook wel voor ecologische rechtvaardigheid? Solomon stelt de vraag wie de urgentie van dit vraagstuk vooral voelt. Wederom impliceert deze vraag een antropocentrisch antwoord. ecologieIn het woningvraagstuk, welke andere organismen zijn er al aanwezig op een plek, en waar gaan zij wonen tijdens het bouwen?

Als casus van hoe multispecies urbanism elders ter wereld wordt toegepast noemt Solomon voorbeeldKRATER/FERAL PALACE, een project dat in 2022 is gerealiseerd in een oude grindmijn in Ljubljana, Slovenië. Op de plek van het voormalige Paleis van Justitie bevindt zich nu een groen stadshart. Zonder deze groene kern, een project door architect en curator Danica Sretenović en ontwerper Gaja Mežnarić Osole, zou de hele stad op lange termijn uitdrogen.

ecologieEcologie heeft ruimte nodig, aldus Salomon. Urbanisatie op de huidige schaal en manier veroorzaakt fragmentatie van landschappen en biodiversiteit. Maar wat is biodiversiteit? In haar ogen is biodiversiteit een socio-ecologische soortenweefsel dat ruimte nodigt heeft. Dat vergt een ruimtelijk maatschappelijk ontwerp op schaal met een passend beleid en beheer. Voor haar is het vooral niet een gebied terugbrengen naar een tabula rasa, waarbij grove sanering plaatsvindt en van bouwprotocollen wordt uitgegaan. vormgeven

ecologieNaar aanleiding van een studie uit 2015 is berekend dat voor een maximum aan biodiversiteit is minimaal 53 hectare nodig. ‘Dat gaat verder dan onttegelen in je achtertuin en bloemenlinten.’. Deze studie bewijst dat gefaseerd maaien, gebaseerd op de natuurlijke ritmes van de natuur en grazen, de biodiversiteit zeer ten goede kan komen. Dit heeft niet alleen maar positieve consequenties: citaat‘We moeten ook wennen aan een soort wilde look: niet iedereen is hier blij mee of hieraan gewend.’ De houding van de menselijke omwoners is ook een belangrijke variabele die belangrijk is om mee te nemen in het nieuwe beleid. vormgeven

reflectieNiet-dominante praktijken in stedelijke ontwikkeling, zoals Solomon's multispecies urbanism nastreeft, moeten strijden voor een plek in de toekomst door collectieve krachten om agentschap te bereiken.

Solomon presenteert tot slot de drie conclusies uit haar onderzoek die de huidige klimaat- en democratiecrises kunnen oplossen:
1. Een collectief zoöp-kader dat betrekking heeft op de openbare ruimte;. 1. Een IOOR (integrale aanpak) dat gebouwd is om te herstellen of reparaties aan te bieden.; 1. Een benadering van multispecies urbanism dat geïnstitutionaliseerd kan worden en op grotere schaal geïmplementeerd kan worden. citaatDeze radicale nieuwe benadering van stedenbouw gaat niet per definitie zonder weerslag gepaard. 'Er is vaak bewijslast nodig. Mensen willen eerst in de praktijk zien dat iets kan werken voordat zij zelf overstag gaan. Deze manier van werken levert ook vaak agonisme op: het gaat niet zonder frictie, maar dat is oké.'

Wat is de volgende stap in deze nieuwe manier van stedenbouw met een langdurig perspectief? Solomon spreekt de wens uit voor een professioneel hybride onderzoeksarm bestaande uit onder andere ambtenaren, onderzoekers, kunstenaars en andere vakkundigen. Idealiter zal de gemeente hier deels aan meebetalen. Wanneer het gesprek over geld gaat, vormgevenspreekt Smeele de wens uit om de waarde van alternatieve stedenbouw niet louter in geld uit te drukken, maar vooral ook in andere waarde, zoals woonplezier en duurzaamheid. Ook stelt zij een 'true pricing' voor, waarin niet alleen de netto kosten en baten worden meegenomen op de korte tot middellange termijn, maar waarin alle kosten volledig worden doorberekend, inclusief non-monetaire kosten zoals schade aan bestaande ecosystemen.

Meer weten?

Sprekers

Joyce van den Berg werkt bij de gemeente Amsterdam. Zij is de projectleider van de studie Intergrale ontwerp methode en heeft meegewerkt aan de publicatie BiodiverCITY.

Marjolein Smeele is architect. Ze werkt als community manager bij Common City en is tevens mede-initatiefnemer van de wijk Schoonschip.

Debra Solomon is onder andere kunstenaar, filmmaker, onderzoeker, activist. Ze is tevens oprichter van Urbaniahoeve Social Design Lab for Urban Agriculture. Momenteel is ze PhD-kandidaat aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze aan een thesis werkt over ‘more-than-human rights to the city’. Sinds 2017 werkt zij samen met Renate Nollen aan een opdracht voor de gemeente Amsterdam voor een voedselbos in Amsterdam Zuid-Oost.

Chris Luth is moderator, coach en facilitator. Hij werkt vanuit zijn passie voor hoe we denken, vooral door creatieve en (zelf)reflectieve processen. Hij geeft leiderschapstrainingen en coaching, en faciliteert trajecten over visie, strategie en organisatieontwikkeling.

Labels